Wonderlijke wezentjes, niet veel groter dan een menselijke duim, in een samenleving niet veel anders dan de onze, op de bodem van de zee. Ze openbaarden zich aan kapitein Ortega, die na een piratenaanval ten onder ging met zijn schip, maar als door een wonder gespaard bleef. Een mystieke ervaring gelijk aan die van Jonas, die drie dagen en drie nachten in een grote vis verbleef. Waar Jonas in het donker bad tot 'God', tekende Ortega, die wel over voldoende licht beschikte, zijn hachelijke verblijf op in zijn logboek. De gedetailleerde omschrijving van zijn belevenis werd uiteindelijk in een klooster teruggevonden. Waarom het nooit is opgenomen in de canon is een raadsel. Een spijtige omissie, maar gelukkig net als het gospel van Thomas, niet geheel verloren gegaan. In mijn jeugd is het zelfs omgezet naar een heuse tekenfilm. Geheel accuraat zal de weergave niet zijn, maar mystieke ervaringen, die groter zijn dan een mens kan bevatten, zijn natuurlijk ook niet te vangen in de beperkte middelen waarover de mens beschikt. 

Als kind zag ik, via de zondagsschool reeds bekend met de bijbel, reeds de verbluffende overeenkomsten tussen Snorkels en Engelen. Geheel logisch ook, want waar engelen beschikken over vleugels voor de hemel, beschikken Snorkels over snorkels voor het bestaan onder water. Nu zal men daar tegenin willen brengen dat geen duiker ooit een Snorkel heeft gezien, maar dat argument is natuurlijk compleet absurd, want heeft immers ook de duiker zelf geen snorkel tot zijn beschikking? En is het ook niet geheel ondenkbaar dat een geavanceerder ras dan de onze een veel geavanceerde versie heeft van een dergelijk ademhalingsapparaat? Daarnaast is het zo dat nog maar een fractie van de oceanen verkend is, dus Snorkels naar het rijk der fabelen verwijzen is onmogelijk. En volgens de theorie van alle mogelijke werelden is het best denkbaar dat Snorkels wel bewezen zijn of zich kenbaar hebben gemaakt aan een andere wereld. Al mijn argumenten ten spijt, stuurde zelfs de dominee me naar huis, voor altijd. Daarna heb ik het maar gelaten voor wat het was. Verloren in een wereld van onbegrip.

Eergisteren wekte de Snorkeltune mij uit die staat van volledige catatonie. Hoe zou het met mijn onderwatervriendjes zijn, zoveel jaren later? Tot mijn spijt moest ik constateren dat anno 2014, mede door het atheïsme, de wetenschap Snorkels afdoet als zijnde irrationeel, onzinnig en een achterlijke hypothese. Maar wellicht niet voor lang meer! En terecht, Snorkels zijn geen vliegende spaghettimonsters of roze theepotten. De filosofische rationele bewijzen voor het noodzakelijke bestaan van Snorkels stapelen zich op. De filosoof Emmanuel Rutten neemt in ons land daarin het voortouw. Op onweerlegbare wijze. Het was voor mij derhalve een hele verademing toen ik ontdekte dat zijn 'Godsbewijs' ook op Snorkels van toepassing is en zelfs aantoont dat Snorkels niet weg te denken zijn.

Het gaat als volgt: Als eerste dien je Snorkels te definiëren op een wijze die niet een contradictie is in zichzelf. Dit is logisch omdat duidelijk dient te zijn wat we met Snorkels bedoelen. De definitie is derhalve; Snorkels zijn de immateriële persoonlijke eerste oorzaak van de wereld. Dit bestaat uit drie delen die elk wat uitleg verdienen.

1. Ten eerste de immateriëliteit van de Snorkels. Het zijn manifestaties vanuit de immateriële eenheid van de hoogste dimensionale orde, die zich soms openbaart -blijkbaar enkel als ze zin hebben- als schijnbare materiële veelheid in onze lagere orde. Die veelheid en eenheid lijkt een contradictie te zijn, maar is slechts een eenvoudig principe dat helder uiteengezet kan worden met behulp van de Flatland theorie.

2. Ten tweede de persoonlijke aard van Snorkels. Ze zijn bewuste entiteiten. Geen onbewuste dingen. Ze zijn in staat om te ervaren en te beleven. Iets wat ook duidelijk in de tekenfilm naar voren komt in de aankondiging: "en beleef de avonturen van de Snorkels mee". Het meebeleven van de toeschouwer bewijst het actief beleven van de Snorkels zelf.

3.  In de derde plaats zijn Snorkels de directe of indirecte ontstaansoorzaak van alles wat buiten Snorkels bestaat. Let wel dat de tekenfilm maar een gebrekkige interpretatie is van de onkenbare noodzakelijke werkelijkheid van Snorkels, net als de Bijbel ook maar een vage snorkelloze benadering is. En ook een stuk grimmiger trouwens.

In ieder geval, daar zijn ze. De Snorkels als entiteit, die een veelheid zijn in zichzelf en een eenheid in haar veelheid. Dat mag je met recht Snorkels noemen. Kortom, als Snorkels bestaan, dan zijn Snorkels uniek. Nou, en dat zijn ze zeker. Snorkels zijn vrij van tegenspraken. Nou zou ik natuurlijk alle mogelijke tegenwerpingen op een rijtje kunnen zetten, maar daarvoor verwijs ik u graag naar het werk van Emanuel Rutten*. Ere wie ere toekomt. Ook al verwart hij Snorkels met 'God'.

Oh ja, bijna het bewijs vergeten. Het is vrij simpel. Ik zal niet te technisch worden en even kort door de bocht racen. Je kan niet zeggen dat Snorkels niet bestaan, want zoals gezegd zijn Snorkels noodzakelijkerwijs onkenbaar. Op het moment dat je wel stelt dat ze niet bestaan, is die uitspraak derhalve noodzakelijk onwaar. Maar dat kan dus helemaal niet! Ergo: Het is noodzakelijk waar dat Snorkels bestaan. Briljant.

Het probleem blijft natuurlijk wie gelijk heeft; dhr. Rutten met zijn 'God' of ik met mijn Snorkels, maar oordeelt u zelf en ga na wat waarschijnlijker is; Een brandende pratende braamstruik of een Toeter die in tongen spreekt?  Ik zelf geloof dat het verhaal van kapitein Ortega best eens waar zou kunnen zijn.