Het was moeilijk kiezen vandaag. Op Politiek24 was live het schijnproces tegen Geert Wilders te volgen, terwijl op Journaal24 het halal-debat gaande was met in de hoofdrol Marianne Thieme. Uiteindelijk maakte de keus niet erg veel uit, beide zaken draaien om dezelfde problematiek, zij het vanuit een andere invalshoek: Hoe de vrijheid en beschaving te waarborgen in een land waar godsdienstvrijheid is opgenomen in de grondwet.

Wilders en Thieme

Het proces Wilders behoeft inhoudelijk weinig uitleg. Deze zaak is al compleet uitgemolken door de media. Vandaag werd wel weer even aangestipt waarom de zaak begonnen is. Het gaat niet om de inhoud maar om de vorm. Men wil niet kijken of de Islam daadwerkelijk een verwerpelijke ideologie is, in plaats daarvan gaat het puur om de vorm van de uitspraken van Wilders. Bij het debat rondom het religieus slachten gaat het ook om de vorm en niet over de inhoud. Ook hier maakt men zich meer zorgen om de gekwetste zieltjes van religieuze minderheden en vrijheid van godsdienst dan om het dierenleed.

Schalken

Schalken had wellicht toch wel een punt toen hij, tijdens het beruchte diner, wees op de juridische relevantie van bepaalde processen. Het zijn experimenten om de wetgeving te toetsen aan huidige tijden en om nieuwe precedenten te scheppen. Soms is toetsen prima, maar met het toetsen van de vrijheid van meningsuiting slaat hij de plank mis. Het zou beter zijn om de bestaande uitzonderingen op de wetten en regels eens aan een nadere inspectie te onderwerpen.

Notendopje

Veel heeft een beschaafd land niet nodig. Democratie, gelijke rechten/plichten voor iedereen, vrijheid van meningsuiting en bescherming van de zwakkeren in de samenleving. Zet daar heldere wetgeving naast en er kan weinig misgaan. Bovendien is iedereen, middels het recht op vrijheid van meningsuiting, reeds prima in staat gesteld om te denken, zeggen en geloven wat hij wil, in zoverre dit niet strijdig is met andere wetgeving.

Status

De toevoeging van het recht op vrijheid van godsdienst heeft van deze simpele formule een instabiel geheel gemaakt. Religie heeft hiermee een aparte status verkregen en de schijn gewekt dat gelovigen andere mensen zouden zijn dan niet gelovige mensen. (Dit werd ook mede duidelijk door het misbruik-schandaal in de kerk. Normaliter duikt justitie acuut zelf op de zaak. Nu mocht de kerk het eerst zelf uitzoeken.) Het heeft groepen het recht gegeven zaken te doen en te laten op eigen wijze, zelfs al zijn deze in strijd met gelijkheidsbeginselen. Religieuze toevoegingen zijn ook gemaakt in wetgeving omtrent discriminatie en geeft kleine geloofsgemeenschappen de status van een kwetsbare minderheid, die extra rechten en bescherming geniet.

Inzicht

Zich uitspreken tegen een ideologie of bepaalde rituelen is lastig geworden. Vooral voor iemand die zich daarbij beroept op onze westerse cultuur, beschaving of voortschrijdend inzicht. Recente ontwikkelingen zijn irrelevant voor gelovigen en zij zien het als hun, door god ingegeven, recht en plicht zich de ogen daarvoor te sluiten en tegen ten strijde te trekken. Hun bekrompen wereldbeeld dreigt aders immers verstoord te raken. Bovendien zijn religieuze mensen lang niet zo onmondig, zwak, onderdrukt en kwetsbaar als ze claimen te zijn. Strijden doen ze overigens ook niet meer zelf. Het zwaard is allang verruild voor een machtige lobby van "geleerden", adviseurs en advocaten. Het is een strijd om hun eigen Status Quo te behouden. Hierbij blijven ze zich telkenmale, ten onrechte, beroepen op rechten die origineel bedoeld zijn voor de echt zwakkeren, zoals: zieken, gehandicapten, ouderen en kinderen. Rechten later uitgebreid ten aanzien van vrouwen en homofielen die de dupe werden van het christelijk gedachtengoed. Rechten die de basis vinden in het mens-zijn zelf en gelijkheid. Fundamentele rechten in onze samenleving, die nog steeds niet erkend worden door menig geloofsaanhanger.

Artikel 6

Wet en regelgeving zullen, nu en in de toekomst, blijven botsen, zolang niet iedereen gelijk wordt gesteld en Artikel 6 niet wordt geschrapt. Regelgeving in bijbel, koran en thora moeten ondergeschikt zijn aan onze Nederlandse wetgeving. Het EVRM zou er goed aan doen om "de goede zeden" eens nader toe te lichten in de Europese wetgeving (Art9.2). De goede zeden, in de westerse samenleving, vinden namelijk allang niet meer de grondslag in mono-theistische woestijnreligies, maar zijn ge-evolueerd tot een meer beschaafdere vorm met moderne normen en waarden. Deze evolutie is momenteel goed waar te nemen in Nederland, waar steeds meer mensen zich afkeren van het geloof. Als deze trend zich doorzet, wordt het over enkele jaren wellicht mogelijk om religie de plaats te geven op de enige plek waar ze thuishoort: In het brein van een individu. Rituelen zijn mooi voor in de huiskamer en symbolen prima voor op de vensterbank.

Toekomst

Overal waar religieuze mensen en hun "rechten" ten tonele verschijnen, wordt vooruitgang van de mens en kennis gefrustreerd. Overtuigingen, gereciteerd uit stoffige boeken, horen niet thuis in de moderne beschaving en zijn irrelevant in een debat. Het wetsvoorstel van Thieme, tegen het kwellen van dieren op religieuze gronden, moet doorgang vinden en nog veel verder gaan. Geert Wilders moet kunnen blijven zeggen wat hij denkt over een verwerpelijke ideologie en de ideologie zelf moet ter discussie staan. Als beide twisten ten gunste van religie worden beslecht dan is de Nederlandse beschaving in het geding.

In het ergste geval wint vorm van inhoud, wint geloof van rede en worden er precedenten voor een devolutie van ons rechtssysteem geschapen. We zullen moeten hopen op een goede afloop.