De crisis in de Eurozone blijft nijpend. We zitten in de tang, zoveel is duidelijk. Geen kans laat de politiek onbenut om de burger te laten weten dat we nu vooral moeten doorpakken. Destijds hebben we immers gekozen voor de Euro en uitstappen is absoluut geen optie. Over voor- en nadelen van uitstappen valt uiteraard te twisten en dat wordt veelvuldig gedaan. Hoe we aan de Euro zijn gekomen blijft echter heel erg onderbelicht. Wie hebben ons eigenlijk deze puinhoop ingeloodst?

Maastricht

In 1992 werd in Maastricht besloten tot de oprichting van een Europese Monetaire Unie. De criteria werden vastgesteld en in 1999 zou het een feit worden, met een paar jaar later de invoering van een gemeenschappelijke munteenheid. Toch rammelde het project van meet af aan al aan alle kanten. Het Verenigd koninkrijk, Zweden en Denemarken gaven aan de eigen munt te willen behouden. Daarbij kwam nog dat enkele lidstaten absoluut niet voldeden aan de criteria gesteld in het verdrag van Maastricht; het begrotingstekort mocht niet boven de 3% komen en de staatsschuld mocht niet hoger zijn dan 60% van het BBP.

Italië

Het bleek al gauw dat de EMU meer een politieke aangelegenheid was dan een financieel project. Italië, een van de mede-oprichters van de Europese Unie, dreigde ondanks een staatsschuld van 127% van het BBP, toch mee te mogen doen aan de gemeenschappelijke munt. In Nederland ontstond hierdoor weerstand. Gerrit Zalm, destijds minister van Financiën, en zijn partij, de VVD, spraken zich heftig uit tegen de toetreding van Italië tot de EMU. Zalm vond het volslagen absurd dat niet iedereen zich aan de afspraken hoefde te houden en vond dat geen land gedwongen kon worden zich aan een verdrag te houden waarvan ook de andere deelnemers zich niet aan de regels hielden. De VVD zag meer in een sterke noordelijke EMU en wilde o.a. Portugal, Spanje en Italië buiten de deur houden.

Spaghetti-fobie

De weerstand van de VVD zorgde behalve in Europa ook voor opschudding in de Nederlandse politiek. De Paarse coalitie dreigde op te breken als de VVD de toetreding van Italië zou blokkeren. Zowel van uit de oppositie (CDA, GL) als vanuit de coalitie (PVDA, D66) klonken harde geluiden. Men betichtte Zalm zelfs van Spaghetti-fobie. Uiteindelijk leidde dit er toe dat de VVD, uit angst dat ze na een val van het kabinet in de oppositie zouden belanden, toch instemde met de toetreding van Italië. Het begin van de prut waar we nu in zitten.

Griekenland

Verrassend is dat niet veel later de VVD ineens heel erg voorstander was van de toetreding van Griekenland. Het CDA, dat wel had ingestemd met Italië, verzette zich hiertegen, maar de motie haalde het niet. Het lijkt erop dat Nederland niet te boek wilde komen te staan als eeuwige dwarsligger. Bovendien vond Zalm dat Griekenland goed haar best had gedaan, terwijl hij destijds al wist dat het land er financieel een zooitje van had gemaakt. Het politieke belang was wederom groter dan het hebben van een gezond monetair systeem.

Wat er vervolgens allemaal gebeurde doet er niet veel toe. De fout zit hem in het fundament. Alles wat we nu meemaken is een gevolg van het gebrek aan ruggengraat en verstand van politici in 1998.

Fastforward...

Nu in 2011, terwijl de kritiek op de Euro aanzwelt, zien we een herhaling van zetten. Alles voor de politiek. Alles voor Europa. PVV en SP worden weggezet als Eurofoben. CDA, VVD, D66, PVDA en Groen Links zijn nog steeds pro-Europa, maar erkennen nog steeds niet dat ze verantwoordelijk zijn voor de puinhoop waarin we ons bevinden. Het Balkenendiaanse "met de kennis van nu" argument vliegt ons dagelijks om de oren. Ze willen liever dat iedereen nu vooruit kijkt en dat kan ik me voorstellen. Toch blik ik ook graag terug en de conclusie is duidelijk: Met de kennis van nu zijn de grootste partijen uit het verleden ook de grootste huichelaars gebleken. De burger betaalt de prijs. Iets om rekening mee te houden met de volgende verkiezingen.